Buigen

Een poos geleden ging ik met een hulporganisatie naar Roemenië. Het zou een bemoedigingsreis worden voor de mensen daar. Het werd een bemoedigingsreis voor mezelf! Ik heb eerder al gedeeld dat ik lang worstelde met mezelf.

Ik deed zo moeilijk en vond het leven zo moeilijk, terwijl ik een heel gezegend leven heb! Dat maakte het voor mezelf nog lastiger.

Tijdens die reis ontmoette ik een Nederlandse vrouw die daar een kindertehuis leidt. Ze leeft eenvoudig, heeft weinig voor haarzelf nodig. Ze heeft het niet makkelijk en in dit alles vertrouwt zij enorm op haar Heer! Ze vertelde het een en ander over het huis en de kinderen en haar werk. Op een gegeven moment zei ze: “Het leven is niet zo moeilijk. We hoeven alleen Jezus te volgen. Hem achterna te gaan. Wandelen met Hem. Het leven is zo kort.” Dit raakte me op dat moment heel diep en ik begon zomaar te huilen. Ik kon niet meer stoppen. Naderhand omarmde ze mij en we hadden een kort gesprek. Veel tijd om te delen hadden we niet op dat moment. Later hebben we hierover gemaild.

Die nacht sliep ik slecht. Plotseling droomde ik dat ik worstelde met iemand. Net als Jakob. Jakob zei op een gegeven moment: ‘Ik laat U niet gaan, tenzij U mij zegent.’ Zou God de worstelaar die blijft volharden, die persé bij Hem wil blijven, belonen? Met Zijn Zegen? Jakob kreeg een nieuwe identiteit. En God beloofde hem en zijn nakomelingen het land Kanaän.

‘s Ochtends kreeg ik een tekst: Jesaja 43:19. * Dit is waarheid geworden! Hij begon iets nieuws in mij. Diezelfde dag maakten we een wandeling langs een rivier. Daar mochten we op een steen schrijven waar we graag van af wilden en vervolgens de steen in de rivier gooien. Tijdens het zoeken naar een juiste steen zag ik buigend riet. Dat trof mijn hart. Ik was net vóór de reis begonnen met coach gesprekken. Daar werd mij gezegd: ‘Buig voor Gods waarheid en geloof de leugens die je jezelf voorhoudt niet! Stop met vechten tegen jezelf’. Ik mocht dit omarmen en de leugens omruilen voor Gods waarheid!

MARJOKE

*Jesaja 43:19: ‘Zie, Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten; zult u er geen acht op slaan? Ja, Ik zal een weg in de woestijn maken, rivieren in de wildernis.’