In de periode dat ik enorm worstelde met de issues die ik had, had eten de functie om die worsteling makkelijker te maken. Of aangenamer. Of in elk geval draagbaarder. Ik zette het ‘niet eten’ of ‘eten compenseren’ niet bewust in. Dit ging allemaal op de welbekende automatische piloot.
Ik heb ontdekt dat ik met het uithongeren mezelf klein en onzichtbaar wilde maken. Ook had ik soms zulke pijnlijke gevoelens in mijn lijf, waardoor ik me vol voelde zitten. Vol van de opgekropte emotie. Elke eetlust ontbrak dan. Daar stond tegenover dat als de gevoelens wat wegebde, ik opeens enorme trek kreeg. Maar die gevoelens waren niet opgelost, dus om het op te lossen at ik dan juist wel of zelfs veel, zodat ik makkelijk kon braken. Als het ware spuugde ik mijn gevoelens uit. Dan leken ze wel opgelost! Helaas, duurde die oplossing niet lang.
Nu ervaar ik dat ik het eten op die manier niet meer nodig heb. Het heeft zijn functie om me te ‘redden’ verloren. Het is een feit dat eten een basisbehoefte is. Het is belangrijk, maar tegelijkertijd is het niet meer dan het voeden van je lijf. Dus hoeft het ook niet belangrijker te zijn dan dat het is. Dat was voor mij een enorme eye-opener. Eten is mijn lichaam voeden met voedingsstoffen dat mijn lichaam nodig heeft. En weet je, ik heb mijn lichaam nooit gevoed, ik weigerde dat, of ik vulde mezelf alleen maar. Ik vulde mijn lichaam met eten, om mijn gevoelens niet te hoeven voelen. Dat ging volledig voorbij aan de werkelijke functie van eten. Wat voor mij nu helpt is om bij elke maaltijd de keuze te maken of ik mezelf wil vullen of voeden. Het liefst kies ik er dan voor om mezelf te voeden. En heel soms, vul ik mezelf. Dan eet ik iets dat helemaal niet nodig is, maar wel lekker, of heeft het de functie van gezelligheid.
En weet je wat jammer is, de eetstoornis nam de werkelijke functie van eten weg. Namelijk dat het me voedde en het mijn lichaam kracht en energie gaf. Maar daarnaast nam het ook de gezelligheid en verbondenheid met anderen weg. De eetstoornis maakte me erg eenzaam. Dat is enorm verdrietig. Daarom ben ik zo blij dat God zo graag de plaats van de eetstoornis wil innemen. Bij Hem kan ik terecht met mijn emoties. Ik hoef niet zichtbaar te zijn bij anderen, maar vooral bij Hem en mezelf.
TANJA