Rood gekleurd

Puur op mijn ratio afgaand ben ik er niet zo van om dingen geheel naar eigen invulling uit hun context te rukken, maar af en toe kan het heerlijk opluchtend zijn, dus vandaag heb ik mij er toch maar aan gewaagd. Ik zit in het zonnetje in onze achtertuin, sigaretje in de ene
hand, aansteker in de andere, want ook ik heb mijn slechte gewoonten. Plotseling doemt voor mij, in volle glorie, een lieveheersbeestje op. Hij toont een haast naïeve onverschrokkkenheid wanneer hij, na een reis over de tegels afgelegd te hebben, ongestoord mijn hand op komt wandelen. De hand met de aansteker, wel te verstaan.

In eerste instantie scheld ik hem glimlachend uit omdat hij zich op zulk gevaarlijk terrein begeeft en zich daar niet eens van bewust is. Maar dan ineens dringt de metafoor zich aan me op.
Want typeert dit niet ook mijn eigen gedrag?
Hoe vaak gebeurt het niet dat wij, kronen van de creatie, flirten met gevaar en misschien zelfs de dood? In ieder geval doe ik dat te vaak. Mijzelf midden in mijn strijd in de vuurlinie gooien, zonder het besef dat ik binnen een fractie van een seconde onderuitgehaald kan worden. Mij gerust door het leven bewegen, zonder
ervan doordrongen te zijn dat ik bepaalde keuzes misschien wel serieuzer moet maken.

Maar meer dan deze ingevingen, werd ik zomaar ineens gevuld met de wetenschap dat de gevarenzone zich nog altijd binnen een hemelse hand bevindt. Een hand die de macht heeft om levens te behouden, om te geven en te nemen, om te genezen en genezing tegen te houden.
Dat kan frustrerend zijn, tot je je realiseert dat het hart achter die hand altijd glimlachend naar ons kijkt, altijd onze schoonheid ziet, altijd het beste voor ons wil en altijd van ons houdt. Sterker nog: eeuwig.
En wel zó veel, dat we maar zo een stukje kunnen genezen door een toevallig voorbijtrekkend kevertje.

GRACE