Dromen of afstreeplijstjes

Begin deze week zat ik achter mijn bureau en voelde ik me moe. Logisch. Het is einde winter, alle vitamine D is opgebruikt. Buiten is het kaal en grauw en een praktijk draaien en een organisatie opbouwen vraagt natuurlijk veel. Lekker bezig zijn is fijn. Ik houd van deadlines en afstrepen. De vaart erin en dóórgaan. Ergens voelde ik dat dit afstrepen mij niet echt de vreugde zou gaan geven die van binnenuit verwarmt. Na dit lijstje, zou er wel weer een andere zijn. Dat moest toch, want dat ging om de droom. Een droom realiseren is óók hard werken. Werken aan de basis, werken aan PR en noem maar op. Ik wil toch dat meer mensen in vrijheid gaan leven? Een leven zonder eetstoornis. Daar ging opeens het licht in mijn hoofd aan! O glorie! Ik ontdekte waarom ik mij vooral moe voelde.

Ik was helemaal niet bezig met de droom die God in het hart van onze Stichting had gelegd. Ik was bezig lijstjes af te werken omdat die lijstjes blijkbaar voor het vervullen van die droom zouden gaan zorgen. Wat is nou écht mijn droom? Die droom gaat ten diepste over een verlangen dat mensen Gods vreugde gaan ervaren die voortkomt uit het onbeschaamd ontvangen van Zijn onvoorwaardelijke liefde. Zo blij zijn met Hem dat je ervoor gaat kiezen Hem in alles te vertrouwen, te genieten van Hem, los te laten wat je verstrikt en gevangenzet en onbevangen met Hem op weg gaat.

Ik had mijn echte droom weer helder! Gods liefde en vreugde, daar draait het om. Dát is waar het TOV- huis voor bedoeld is. Een plek waar Gods vreugde heerst en mensen leren wat het betekent dat God vreugde in hen vindt. Dat ze gaan leren eindeloos van God te genieten, omdat Hij zo immens veel van hen houdt en Hij alle afwijzing, minderwaardigheid en afwaardering daarmee teniet wil doen. Dát doorgeven en uitdelen gebeurt niet door een afstreeplijstje maar door te gehoorzamen aan een belangrijke (en John Piper noemt dat een gevaarlijke) opdracht om mij te verheugen in een God die vreugde IS en bij Wie alles mogelijk is. Ik moet nog steeds lijstjes afwerken, dat hoort erbij, maar ik moet goed op het fundament blijven staan: Gods vreugde over mij en Zijn schepsels en dat willen doorgeven.

Elisabeth